"Succes met het voorbereiden van je eindproefwerk. Je weet het, hè? Als je een cijfer haalt dat hoger is dan je eigen gemiddelde, krijg je een stuk chocoladetaart!" roep ik de leerlingen na die mijn lokaal aan het verlaten zijn.
Stefan* en Jan* blijven een beetje hangen. "Hé, nog niet zo'n haast om aan het leren te starten?" grap ik.
"Ach, leren, dat heeft toch geen zin meer, ik blijf zitten." zegt Stefan*.
Die moedeloosheid had ik al een paar keer gezien. Hij zegt als hij een vergissing maakt vaak iets dat wijst op een negatief zelfbeeld. Dingen 'daar ben ik te stom voor' of 'dat is typisch iets voor mij'. Ik heb hem een paar weken geleden verboden die dingen te roepen. "Dat is voor niemand goed, en zeker niet voor jezelf."
Het verbaast me wel een beetje, het is een slimme jongen die de stof snel begrijpt. Blijkbaar heeft hij de onvoldoendes die hij haalde opgevat als een eindoordeel 'je kan het niet.'. En zich daar bij neergelegd.
En Jan* "ik ben nogal lui, dus ik denk niet dat ik lang zal leren.".
De tandwielen in mijn hoofd draaien op hoog toerental. Ook Jan maakt weinig oefenopgaven, maar meestal heeft hij dat ook niet nodig. Homo economicus, ja, maar 'lui'? Nou nee.
"Hoezo ben je lui? Je doet toch altijd precies wat je moet doen voor een voldoende?"
"Ja, maar leren…nou ja…ik maak geen samenvattingen en lees ook niet alles nog een keer door, dat duurt me te lang. Meestal blader ik een beetje door het hoofdstuk en dan weet ik het wel."
Ik geef hem gelijk, zo deed ik dat vroeger ook. Want tijdens de lessen had ik het meestal al wel opgepikt.
"Ik kan maar vijf minuten achter elkaar studeren. Dan ben ik HE-LE-MAAL klaar en ga ik wat leuks doen. Dan wordt mijn moeder weer boos omdat ik zit te gamen…"
"Wat doe je dan als je studeert?"
"Nou, ik kijk de opgaven nog eens door."
"En dan?"
"En dan? Nou…niks, dat is het."
Alle vakliteratuur over effectieve studiemethodes buitelt door mijn hoofd. Ongetwijfeld hebben deze jongens dat wel eens gehoord: in kleine beetjes, maximaal vijf nieuwe dingen per keer leren, elke dag wat herhalen (retrieval practice, spaced retrieval), uit je hoofd opschrijven wat je al over een onderwerp weet en dit checken met wat in de samenvatting in het boek staat, kortom: actief bezig zijn met je kennis. Maar op eigen kracht doen ze dit niet, blijkbaar hebben ze hier hulp bij nodig.
Veel van de meisjes in de klas van Jan en Stefan doen dat: de boel kleurrijk samenvatten en alle opgaven opnieuw maken. Het is niet alleen saai en tijdrovend, het is ook nog eens weinig effectief. Zij klagen dat het allemaal te moeilijk is, om dezelfde reden: ze leren niet op een handige manier.
Ik neem me voor om volgend schooljaar al mijn leerlingen te helpen met het leren. Vanaf het begin het huiswerk te minimaliseren tot LEERwerk: een oefening die het voorgaande (vanaf het begin, en het laatste stukje) herhaalt, een samenvattende zin van de vorige les schrijven, een vraag formuleren over de behandelde stof of zelf een opgave hierover verzinnen, een memory-kaartje maken met de dingen die je uit je hoofd moet kennen. En in de lessen heel veel aandacht besteden aan effectieve methodes om te leren: toetsopgaves maken, een spiekbrief schrijven, uit je hoofd opschrijven wat je al weet, bij elk leerdoel een opgave verzinnen…
Maar nu eerst de toetsweek, overgangsvergaderingen, zomervakantie.
*Alle namen zijn natuurlijk gefingeerd, al is de situatie dat niet…