Atoombouw

leerdoelen

de leerling kan...

Van een gegeven isotoop massagetal en bouw van het atoom afleiden.

Het aantal elektronen in de K-, L- en M-schil van een gegeven isotoop of ionsoort geven.

Beredeneren wat waarschijnlijke stofeigenschappen van een onbekend element zijn, aan de hand van de plaats in het periodiek systeem.

(Afleiden wat de covalentie of valentie van een atoomsoort is, gegeven het aantal elektronen in de buitenste schil.)

begripsproblemen

vaktaal gebruiken

De manier waarop een leerling formuleert, weerspiegelt (vaak) hoe de leerling denkt. Helder formuleren betekent dus: goed begrijpen!

Veel scheikunde-leerlingen vinden die taligheid onzin: ze hebben niet voor niets exact gekozen! Ze formuleren kort (liever één woord dan een zin) of krom. 

 

En dan lijken al die woorden ook nog op elkaar in betekenis, bijvoorbeeld:

Het onderscheid tussen een isotoop, atoom, ion, molecuul.

Het verschil tussen massagetal en de relatieve atoommassa.

(En wat is nou covalentie, valentie, en het oxidatiegetal dat in BINAS tabel 99 gebruikt wordt?)

Er wordt dus van jou als docent veel gevraagd in het ACTIEF aanleren van de begrippen. En ze veel laten gebruiken door de leerlingen. Kijk vooral ook bij de lesvoorbeelden.