Leerlingen zijn al bekend met thee zetten, zeven, opdrogen van wasgoed of zeewater. Een filter kennen ze soms uit de koffiezetter, of het aquarium.
Vanuit de natuurkunde is het molecuulmodel (vast, vloeibaar, gas, opgelost) bekend. Ook stofeigenschappen zoals smeltpunt, kookpunt, dichtheid hebben ze bij natuurkunde al gehad.
Uit het onderwerp STOFFEN weten de leerlingen dat elke stof zijn eigen moleculen heeft. Ook zijn de namen van de mengsels oplossing,
legering, emulsie, schuim, nevel, suspensie, rook bekend. De leerlingen weten wat een heterogeen en homogeen mengsel is.