SCHEIDEN

Vakinhoud

 Door handig gebruik te maken van stofeigenschappen kan je stoffen van elkaar scheiden. Hier komt de naam "scheikunde" vandaan.

Methodes om stoffen van elkaar te scheiden berusten bijvoorbeeld op het verschil in

  • kookpunt (destilleren of indampen)
  • dichtheid (bezinken, centrifugeren)
  • grootte van de deeltjes (filtreren)
  • oplosbaarheid (extraheren)
  • aanhechtingsvermogen (adsorptie)
  • oplosbaarheid en aanhechtingsvermogen (chromatografie)

voorkennis

Leerlingen zijn al bekend met thee zetten, zeven, opdrogen van wasgoed of zeewater. Een filter kennen ze soms uit de koffiezetter, of het aquarium.

Vanuit de natuurkunde is het molecuulmodel (vast, vloeibaar, gas, opgelost) bekend. Ook stofeigenschappen zoals smeltpunt, kookpunt, dichtheid hebben ze bij natuurkunde al gehad.

Uit het onderwerp STOFFEN weten de leerlingen dat elke stof zijn eigen moleculen heeft. Ook zijn de namen van de mengsels oplossing, legering, emulsie, schuim, nevel, suspensie, rook bekend. De leerlingen weten wat een heterogeen en homogeen mengsel is.