Atoombouw

vakinhoud

In de kern van een atoom bevinden zich protonen en neutronen.

Het atoomnummer is uniek voor elke atoomsoort en komt overeen met het aantal protonen in de kern.

De massa van een enkel atoom (massagetal) is het aantal protonen en neutronen bij elkaar. Isotopen bevatten een ander aantal neutronen in de kern. De gemiddelde atoommassa is het gemiddelde van alle atomen van deze atoomsoort die op aarde voorkomen. 

Om de kern bewegen elektronen in schillen (K-schil: 2, L-schil: 8, M-schil: 8).

In het periodiek systeem komt elke periode overeen met een schil. Elke groep bevat atomen met dezelfde elektronenconfiguratie. Het aantal elektronen in de buitenste schil bepaalt de stofeigenschappen van het element (zoals covalentie, valentie of ionlading)

voorkennis

Meestal hebben de leerlingen bij natuurkunde al kennisgemaakt met de basis van de atoombouw (opbouw kern en elektronenwolk) en radioactiviteit.

 

In de 3e klas hebben ze geleerd over alkalimetalen, edelgassen en halogenen, en dat in het periodiek systeem de elementen naar stofeigenschap gerangschikt zijn.

problemen

Als er al veel voorkennis is, krijgen leerlingen snel de indruk dat ze geen moeite hoeven te doen. Omdat het hoofdstuk over atoombouw ook vaak het eerste is dat in de vierde klas aan de orde komt, wil je die indruk vermijden!

Probeer dus snel de voorkennis te activeren en de nieuwe zaken (schillen, ionen) aan te leren.

Ga er niet meteen te diep op in, al kan je gerust hints geven over het vormen van ionen of covalente bindingen. Door niet teveel nieuwe zaken tegelijk aan te bieden, krijg je later de kans het nu nieuw geleerde nog eens te herhalen (dat helpt bij het onthouden) en er op voort te borduren zonder dat het een rommeltje wordt.