Aan de hand van de opbouw van een ionrooster uitleggen dat:
De verhoudingsformule van een zout afleiden uit de naam, of de IUPAC naam afleiden uit de verhoudingsformule.
Een oplosvergelijking, indammpvergelijking of neerslagvergelijking opstellen zonder tribune-ionen.
Kwalitatieve analyse met zoutoplossingen uitvoeren.
Redeneren over de oplosbaarheid van een zout in relatie tot het gebruik ervan.
Het verklaren van stofeigenschappen gebeurt in de scheikunde vooral op MICRO-niveau. Dus: de interactie tussen de deeltjes in een stof leidt tot de stofeigenschap. Het schakelen tussen macro (=zichtbaar) en micro (=model) is voor veel leerlingen heel lastig. Als je dit expliciet maakt en veel oefent wordt het makkelijker.
De zuivere stof natriumchloride bestaat uit twee soorten deeltjes: natriumionen en chloride-ionen. Veel leerlingen denken daardoor dat natriumchloride uit twee STOFFEN bestaat (dus: een mengsel is!). De oplosvergelijking geeft aanleiding tot deze verwarring, tot nu toe hebben leerlingen in vergelijkingen alleen STOFFEN gezien, nu gaan we dus op een ander niveau kijken. Maak dit expliciet!
In reactievergelijkingen noteer je alleen wat er reageert. Maar dat betekent hier dat je tribune-ionen, een deel van de stof dus, weg moet laten.
Het gebruik van de oplosbaarheidstabel krijgt meer aandacht van de leerlingen dan de inhoud. Dus bij het opstellen van redenaties die te maken hebben met de oplosbaarheid maken leerlingen nauwelijks gebruik van vaktaal.
Eigenlijk is het enige vakbegrip dat de leerlingen goed moeten leren gebruiken oplosbaarheid.
Een voorbeeld van leerlingtaal: "Zilver kan slecht oplossen met chloor dus zie je een neerslag".
Hier is het gebruik van vaktaal extra belangrijk als een leerling uitleg geeft, maar ook als je zelf uitleg geeft. In het tabellenboek staat "oplosbaarheid", dus moet de uitleg gaan over de oplosbaarheid van zilverchloride. En de notie dat er zilverionen en chlorideionen bij deze reactie betrokken zijn.
Bij het formuleren van uitleg speelt de oplosbaarheid van een zout vrijwel altijd een rol. Oefen hiermee bijvoorbeeld in de werkvorm uitleggen.
Deze pagina is gemaakt ter ondersteuning van (beginnende) docenten scheikunde.
Na ruim 25 jaar weet ik echter niet van alles meer waar ik het vandaan heb. Herken je een lesopzet of een theorie uit een leerboek of een artikel? Stuur me de bron, ik voeg de vermelding toe.
Bronnen die zeker aan te raden zijn voor elke scheikundedocent
NVOX, het blad van de vakvereniging NVON, diverse jaargangen
P.A. Krirschner, L Claessens, S. Raaijmakers, Op de schouders van reuzen, Ten Brnik, Meppel 3e druk 2019, ISBN 978-90-7786-650-4, gratis download
T. Surma, e.a., Wijze lessen, Ten Brink, Meppel 2019, ISBN 978-90-7786-652-8, gratis download
T. Somers & K. vd Velden, Leren denken en werken als Natuur-scheikundedocent, Kans, Nijmegen 2023, ISBN 978-94-6481-159-9